Winterwonderland

Draag de sling hoog!

De ervaring leert dat gebruikers de neiging hebben om de sling te los en te laag te dragen. Het ruggetje en het nekje van de baby krijgt dan niet de steun die nodig is. Dus ons advies: draag de sling hoog (hoofdje op je borstbeen) en de baby stevig tegen je aan! Je draagt je baby’tje op de juiste hoogte als je makkelijk een kusje op het hoofdje kunt geven.

Wij adviseren om de sling al op de goede hoogte in te stellen voordat je de baby in de sling doet. Hij moet als het ware als een ‘kommetje‘ en aan beide kanten op okselhoogte hangen. Op het plaatje rechtsboven hangt hij nog veel te laag. Door de zwarte band op je rug aan te trekken, zorg je ervoor dat hij hoger komt te hangen.

Als de baby al in de sling zit en de sling zit nog wat te los/ laag dan kan je hem eenvoudig aanpassen. Door de baby met je hand onder de billetjes omhoog te duwen en tegelijkertijd de zwarte band op je rug aan te trekken, zorg je ervoor dat de baby hoger en steviger tegen je aan gedragen wordt.

Voorkom scheef hangen

Als je baby’tje scheef hangt of het hoofdje opzij valt in de sling, dan heeft dat eigenlijk altijd één van de volgende oorzaken:

1. het schouderstuk is niet goed gespreid over je bovenarm en schouder (zie tip 4)
2. de drager zit te los/ te laag (zie tip 1)
3. de kant van het schouderstuk zit te hoog en de kant waar de sling onder je oksel door gaat zit te laag.

Het is de bedoeling dat het schouderstuk gespreid is en dat zowel het clipje, als het deel wat onder je oksel gaat, op okselhoogte zit – zie gele pijlen in onderstaande plaatje. Als deze op dezelfde hoogte – okselhoogte – zitten en je sluit het clipje als de baby in de sling zit, dan zal de gewatteerde bovenrand van het rugpand het nekje en hoofdje goed ondersteunen. De bovenrand loopt dan mooi recht, net zoals bij een strapless top, en het hoofdje zal dan niet opzij vallen.

Als je kindje in de sling zit en hij zit nog steeds een beetje scheef, dan kun je de sling een beetje draaien en de band op je rug wat strakker aantrekken (zie onderstaande afbeeldingen).

Spreid het schoudergedeelte

Het spreiden van het schoudergedeelte helpt om te voorkomen dat de baby scheef in de sling komt te hangen (zie tip 3) en draagt veel prettiger voor jezelf. Het schoudergedeelte van de Mini Sling past precies over je schoudergewricht en doordat hij een klein beetje rek heeft voelt het prettig aan. Zorg ervoor dat het schoudergedeelte van de sling over je schouder en bovenarm gespreid is.

Je kunt de sling zowel over je linker- als over je rechterschouder dragen. Weet je niet welke schouder je moet kiezen? Kies dan de schouder waar je normaal gesproken een tas mee draagt. Dat voelt het meest natuurlijk.

Veiligheidslussen en gespen
Om de sling zowel op de linker- als op de rechterschouder te kunnen dragen, heeft de draagzak twee veiligheidslussen en twee gespen, terwijl je van beiden maar één gebruikt. De veiligheidslus die aan de binnenkant bij het nekje zit en de gesp die onderaan hangt, gebruik je beiden niet. Als je de sling over je andere schouder draagt, gebruik je deze juist wel omdat de sling dan ‘gespiegeld’ gedragen wordt.  Als je wilt kan je de gesp die onderaan bungelt tussen de stof erboven wegvouwen, zoals op onderstaande tekening.

Gebruik de sling ook onder de douche, in het zwembad…

De Mini Sling is niet waterdicht maar wel waterproof. Hij mag dus nat worden. En als hij eenmaal nat is, dan droogt hij binnen ‘no time’ weer op. Een ideale babydrager dus om te gebruiken onder de douche, op het strand en in het zwembad. Naast het feit dat hij waterproof is, is het materiaal ook nog eens erg luchtig (er zitten allemaal kleine gaatjes in) dus heel prettig voor de hete dagen. Kortom een echte ‘must have’ voor als je met je ‘kleine aapie’ op reis gaat 😀

Sling opbergen in zakje

In het schouderstuk is een klein zakje met een zwart/wit touwtje genaaid waar je de Mini Sling in op kunt bergen. Zo neem je hem nog makkelijker mee. In onderstaande afbeelding zie je hoe je dit doet. Het werkt eigenlijk hetzelfde als een klein opvouwbaar boodschappentasje. Heel handig en je kunt het opbergzakje dus ook nooit kwijtraken ?

Gebruiksmomenten

De Mini Sling is dé ideale drager om standaard in je handtas of buggy mee te nemen. Hij is zo klein en licht dat je amper merkt dat je een drager in je tas hebt. Hij is zowel geschikt voor het dragen van een pasgeboren baby als voor een peutertje (max 15kg). Een sling voor op reis, in huis, de ‘had ik nu maar een babydrager bij me‘ en de ‘even snel‘ momenten…

Op reis, op pad:
Als je op reis/ pad gaat met je baby, zijn er altijd ‘honderdduizend’ dingen die je mee moet nemen, kleertjes, eten, luiers, zonnebrand, bedje, noem maar op… Wel zo handig als je dan een babydrager in je tas kunt stoppen die niet zoveel plek inneemt, lekker luchtig is en ook nog lekker snel droogt. Ideaal voor op het vliegveld, strand, in het zwembad of onder de douche op de camping/ in vakantiehuisje of hotel

De ‘had ik nu maar een babydrager bij me’ momenten:
Je kent het vast wel, ga je op pad met de kinderwagen, kan de kinderwagen de winkel niet in, moet je de wagen afgeven om te boarden, wil je naar een bovenverdieping zonder lift, zit de bus/ trein waarmee je wilt reizen overvol of vertikt je ‘kleine aapie’ het simpelweg om in de kinder/ boodschappen wagen te gaan. Dan zit er niets anders op dan je baby te dragen. Hoe fijn als je dan de Mini Sling standaard in je tas hebt zitten…

Even snel:
Even snel vanuit huis naar de auto, even snel een boodschapje doen, even snel naar de crèche, even snel de trap op, even snel naar het schoolplein, even snel een briefje op de bus doen, even snel de hond uitlaten, etc.

Thuis – handen vrij:
Maar naast het feit dat hij superhandig is voor bovenstaande momenten kan je hem ook heel fijn thuis gebruiken omdat hij zo snel, makkelijk en lekker luchtig is. Dus is je baby’tje een beetje onrustig en wil hij het liefst dicht bij papa of mama zijn, dan stop je hem lekker bij je in de sling en heb je toch je handen vrij.

Peuterdrager

Je kunt de Mini Sling buik tegen buik dragen, maar ook op je heup. Vooral oudere kindjes vinden het fijn om van zich af te kunnen kijken. Als ze op de heup gedragen worden, hebben ze alle vrijheid om de wereld te ontdekken.

Hoe? Eigenlijk helemaal hetzelfde als wanneer je buik tegen buik draagt, alleen heb je de buidel dan aan de zijkant hangen voordat je je kindje erin plaatst. Je kunt de baby ook gewoon buik tegen buik in de drager doen en de drager daarna pas naar je heup schuiven.

Uitgebreide instructie Mini Sling

Om te zien hoe de Mini Sling werkt adviseren we je om allereerst de instructievideo aandachtig te bekijken.

• Oefen de eerste keren met iemand.
• Oefen als de baby ontspannen is (bijvoorbeeld als de baby net geslapen en gegeten heeft en zijn luier verschoond is).
• Oefen met een pop en voor een spiegel.

Hieronder de instructie stap voor stap:

1. Doe de sling om

• Doe de sling over je hoofd en spreid het schoudergedeelte over één van je schouders.
• Trek de dikke zwarte band op je rug aan zodat de drager aan beide kanten net onder je oksel zit (zie linker afbeelding hieronder). Een pasgeboren baby draag je in het midden op je buik. Een wat oudere (en vooral nieuwsgierige) baby meer op je heup. Voor het dragen op je heup, houd je de hoogte hetzelfde maar verschuif je het draaggedeelte van de sling wat meer richting je heup, zodat de baby op je heup gedragen kan worden.

• Maak een ‘kommetje‘ van de drager en zorg er hierbij voor dat de drager niet binnenste buiten zit (logo en clips moeten aan de buitenkant).

2. ‘Hang’ de baby in de sling 

• Leg je kindje hoog op je vrije schouder.
• Haal nu één voetje door de veiligheidslus die aan de onderkant van de drager zit – bij het groene sterretje op de tekening (de lus die aan de bovenkant zit gebruik je niet, alleen als je de sling over je andere schouder draagt). Als het beentje door één lus zit, dan kan je kind er nooit aan de onderkant uitvallen. Let op, de lus is enkel bedoeld als zekering, je draagt je kindje niet op deze lus maar in de stof van de doek.

• Laat je kindje even rustig met zijn knieholtes in de sling hangen totdat hij helemaal relaxed is en zich ontspant.

3. Trek de stof omhoog  

• Trek de stof rustig  over het ruggetje van je kindje omhoog (bij een pasgeboren baby tot halverwege de oortjes).

• Zorg er hierbij voor dat het Minimonkey logo in het midden van het nekje zit.
• De bovenste rand moet mooi horizontaal lopen.

4. Bevestig de clip

• Sluit het clipje dat bovenaan het rugpand zit.

• Span de band van deze clip aan tot de stof goed in de nek ondersteunt.
• De overgebleven stof van het rugpand vouw je netjes naar de onderkant en de zijkant weg, zodat er niet teveel losse stof midden op de rug zit. Als je kindje nog iets te laag of los zit, til je je kindje met één arm een beetje op en trek je tegelijkertijd de dikke zwarte band op je rug nog wat strakker aan.

5. Checklist

• Je kindje zit in een mooie M-houding – de drager ondersteund de bovenbeentjes en de billetjes zitten lager dan de bovenbeentjes in de doek. De rug heeft een natuurlijke bolling.
• Het hoofdje is goed ondersteund en ligt op je borstbeen (5b).
• De bovenrand van de sling loopt recht, het logo in het midden van het hoofdje en de andere kant loopt net onder je oksel door (5a + 5b).
• De stof zit mooi strak over het ruggetje.
• Het schouderstuk is gespreid over je schouder en bovenarm (5c).

Buikdragen versus Heupdragen

Een pasgeboren baby draag je op je buik, in de foetushouding, beentjes uit de doek maar wel dicht bij elkaar. Hoe ouder de baby hoe meer de baby zijn/ haar beentjes zal spreiden. Tegen de tijd dat de baby ouder en nieuwsgieriger is en graag om zich heen wil kijken, kan je de baby op de heup gaan dragen.

‘Problemen’ oplossen

Geeft de sling de baby nog niet voldoende steun? Dit komt meestal doordat de sling niet strak of hoog genoeg zit, schuin zit en/of de stof te los zit. Zie tip 1, tip 2, tip 3 en tip 4 hoe je dit kunt oplossen.

Zit de sling bij jezelf nog niet lekker? Dan komt dit vaak doordat de stof niet goed gespreid is over je schouder en bovenarm. Of als je de stof wel goed gespreid hebt, dat je daar juist even aan moet wennen ?